Geschiedenis

1963

HET ONTSTAAN

Twee polytechnische ingenieurs, Gaspard Vynckier, een Belgisch industrieel (één van de stichters van Vynckier Frères & Co. S.A.), en zijn vrouw Marguerite Massart (de eerste vrouwelijke ingenieur aan de Vrije Universiteit van Brussel), kwamen in 1963 voor de eerste keer naar Kaapverdië. Ze voelden zich aangetrokken tot het milde klimaat.

Het echtpaar kon het barre klimaat van de stad Gent moeilijk verdragen. Dhr Vynckier was inmiddels in de zeventig en zijn vier jaar jongere vrouw leed aan astma. Het koppel Vynckier reisde heel Europa rond op zoek naar een stabiel klimaat het ganse jaar door, ook in de winter. De atlas van Onésime Reclus, die Gaspard Vynckier raadpleegde, vermeldde: 

“De Kaapverdische eilanden, een heerlijk klimaat”.

Tijdens een verblijf in Portugal kwamen ze in contact met een aantal vrienden die de troeven van het Kaapverdische klimaat konden bevestigen. Het eiland Sal, dat ze met de boot via Badhurst bereikten, betoverde hen. Ze besloten daar een tweede verblijfshuis te bouwen.

Bij hun terugkeer in België, werkten ze de plannen voor een prefab woning uit. Het huis werd naar Sal verscheept samen met alle nodige materialen voor de aanleg van nuts- en energievoorzieningen. Het project werd gestart in 1965-1966.

Het huis werd in elkaar gezet door een team uit Santa Maria vergezeld door een aantal Belgische arbeiders. Er werd eveneens een belangrijk technisch gedeelte gebouwd, de zogeheten “distil” (nog steeds bestaand en nog steeds zo genoemd door de dorpelingen), waaronder een schrijnwerkerij, 4 generatoren en een zonnestroom installatie die het dorp jarenlang van drinkwater voorzag. (Gaspard Vynckier kreeg de gelegenheid om dit systeem in Griekenland te bestuderen, het systeem produceerde 4 tot 6 m³ water per dag).

De officiële inhuldiging vond plaats op 13 mei 1967 in aanwezigheid van de gouverneur, admiraal van Sacramento Monteiro, de beheerder van het eiland Sal, de heer João de Deus Maximiliano, Dr.Ramiro, de heer Pombal en nog andere personaliteiten.

Georges Vynckier (zoon van Gaspard en Marguerite) en zijn vrouw Geneviève kwamen pas de volgende dag aan en woonden een lunch bij die door de gouverneur aan alle genodigden werd aangeboden in hotel Atlantico.

Gaspard Vynckier en zijn vrouw namen deel aan het dorpsleven, geholpen en ondersteund door de heer João Maximiliano. Ze verbleven tijdens de wintermaanden in Sal. Het koppel bestudeerde samen met Nederlandse specialisten de problemen omtrent de ontzilting van het zeewater. 

Ze slaagden erin de gouverneur te overtuigen en Gaspard Vynckier ontwierp met Belgisch en Nederlands materieel een distilleerder met stookolie die 90m³ / dag produceerde en hij bouwde in 1970-71 de watertoren van Santa Maria. Voor het lossen van de ketel werd een speciale bak gebouwd, die 40 ton woog.

Gaspard Vynckier legde bij de administratie een plan voor om een ​​riool- en drinkwaterdistributiesysteem aan te leggen.

Een kleine anekdote:

Een expeditie was vertrokken vanuit België naar Antarctica om pinguïns te halen voor de Antwerpse Zoo. Op de terugweg zou een “gekoelde” tussenstop worden georganiseerd om de dieren wat op adem te laten komen alvorens de reis verder te zetten.

Gaspard Vynckier werd gecontacteerd en bestelde een koelcel van 16m³ in België. Tijdens hun tussenstop in Sal werden daar een paar pinguïns ondergebracht en zo overleefden ze.

Diezelfde koelkamer werd nadien nog jarenlang gebruikt in het hotel.

Gaspard Vynckier overleed op 30 januari 1972.

1967

Het Hotel

South African Airways maakte een experimentele vlucht en landde op 11 december 1962 in Sal.

Na noodzakelijke reparaties aan de landingsbaan begon een lijnvlucht tussen Johannesburg en Frankfurt met een tussenstop in Sal.

In 1967 vroeg dhr. Bonenberg, een mecanicien bij South African Airways en woonachtig in Espargos, aan Georges en Geneviève Vynckier om hem twee kamers te verhuren. Nadat South African Airways de wens had geuit om de crewleden onderdak te bieden, startte Georges Vynckier in 1970 met de bouw van 6 geprefabriceerde bungalows. Later werden 16 kamers gebouwd met typische gesteentes van het eiland. Dergelijke stenen zullen ook worden gebruikt voor de volgende constructies.

De vraag naar kamers en het aantal tussenstops die de luchtvaartmaatschappij maakte, steeg met de jaren waardoor Sal de belangrijkste stop wereldwijd werd. Zo groeide Morabeza uit tot een hotel met 140 kamers, en bood het ook logies aan de crew van TAP, TAAG, Cubana en Aeroflot. 

In die periode bood Morabeza vrijwel uitsluitend onderdak aan de bemanning van de lijn Johannesburg-New York, aangezien de nieuwe toestellen naar Londen over voldoende autonomie beschikten en geen tussenlanding meer moesten maken.

In september 1991, na de terugtrekking van de Cubaanse troepen uit Angola, landden ook de andere maatschappijen niet langer op Sal. Reeds in 1986 begon Georges Vynckier de omkering naar het toerisme door contacten aan te knopen in Europa. De eerste toeristen kwamen uit Portugal (Abreu) en uit Duitsland (Neckermann). Enige tijd later opende hij een agentschap in Parijs en in België.

1976

DE MENSEN

Georges Vynckier, een Belgisch industrieel, was de pionier die hernieuwbare energiebronnen bedacht en ontwikkelde.

In 1976 werd het eerste omgekeerde osmosesysteem ter wereld met een directe zeewateropname voor de zuivering van zeewater in Morabeza geplaatst. Het produceerde 60 kubieke meter ontzilt zeewater per dag. De installatie  werd ingehuldigd door de toenmalige president, Aristides Pereira (eerste president van Kaapverdië, 1975-1991), die hotel Morabeza en zijn ontwikkelingsprojecten steeds aangemoedigd en gesteund heeft. Volgens de president werden ze immers geïntegreerd en gerealiseerd met respect voor de eigenheid van het land.

In 1980 gaat Georges Vynckier verder en worden er zonnepanelen (75m²) en drie parabolische spiegels geplaatst om het water te verwarmen.

In 1985 volgde een windturbine ( productie van 55kW) en in 2003 werd op Sal het eerste recyclagesysteem voor afvalwater aangelegd.

Er werd aan Georges Vynckier, die in 2008 overleed, hulde gebracht voor al zijn acties in Kaapverdië. Een straat draagt vandaag zijn naam. 

Geneviève Vynckier die sinds 1967 regelmatig een bezoek bracht aan het eiland, vervoegde het team na de onafhankelijkheid (1975). Ze bouwde het voormalige vakantiehuis om tot een hotel van 140 kamers en tot op de dag van vandaag voert ze nog steeds verbeteringen en moderniseringen uit aan de bestaande infrastructuur. Ze is de spil van de ontwikkeling van Hotel Morabeza. De uitstekende reputatie die het hotel in de loop der jaren opgebouwd heeft, is aan haar te danken.

Baudhuin Baert, van Belgische origine, startte in 1969. Hij was de technische spil van hotel Morabeza en zorgde er meer dan dertig jaar lang voor dat alle bouwwerken vlot verliepen,  in samenwerking met twee houtbewerkers uit Gent – de gebroeders De Zutter – en zijn Kaapverdische team. Dhr. Baert perfectioneerde de faciliteiten en zorgde voor de werking van het technische gedeelte.

Patone Lobo werd in 1974 aangenomen en in hetzelfde jaar startte hij de samenwerking met mevrouw Vynckier. Kort na de onafhankelijkheid werd hij de manager van het hotel. Patone Lobo verliet ons in 2000 om zijn eigen hotel op te starten.

Sophie Vynckier – Marcellesi, de dochter van Georges en Geneviève, werkt sinds 1997 in het hotel. Sinds het vertrek van Patone runt zij het hotel.

De meerderheid van ons uiterst toegewijde personeel is afkomstig uit het dorp Santa Maria. Momenteel werken 160 medewerkers in het hotel, waarvan 4 Europeanen.

Sommige personeelsleden zijn de kleinkinderen van onze eerste medewerkers.